Moeder en veulen kunnen, wanneer het goed weer is, al snel de wei in. Wanneer het veulen zeer vroeg in het jaar geboren is houdt men het beter nog een tijdje in de warme stal.
Beweging
Het is echter zeer belangrijk dat het veulen voldoende beweging krijgt. Te weinig beweging voor het jonge veulen kan later OCD en andere aandoeningen aan de gewrichten en botten veroorzaken. Maar te veel beweging is ook niet goed.
U denkt nu waarschijnlijk hoe kan mijn veulen nu te veel beweging hebben? Wel, in de natuur rent een veulen al snel rond. En dit moet ook want het moet mee kunnen met de kudde. Een gedomesticeerd veulen gaat inderdaad ook al snel rondrennen in de wei met zijn moeder en/ of soortgenoten, maar na 5 tot 10 minuten is het veulen weer moe. Dan rust het een beetje, slaapt wat, en na een dutje kan het er weer tegenaan. Dit is de natuurlijke manier. Maar wanneer de merrie terug mag gewerkt worden (gebruikelijk 1 maand na de bevalling) laat men het veulen ondertussen bij de merrie lopen die aan het werken is. Men werkt de merrie echter veel langer dan 5 tot 10 minuten. Het veulen is dus vaak meer dan een half uur opgewonden aan het rondrennen rond de werkende moeder. Niets mis mee zou je denken? Niets is minder waar, dit is hard werken voor het jonge veulen. Wanneer het veulen te veel arbeid verricht op zeer jonge leeftijd kan dit later peesproblemen tot gevolg hebben. Het is gebruikelijk om het veulen te scheiden van de moeder wanneer ze voor de eerste keer weer moet werken en het veulen in de stal te laten.
Scheiden van moeder en veulen
De korte pijn
Hou een oogje in het zeil wanneer u de moeder van het veulen scheid want het veulen zal gegarandeerd apentoeren uithalen de eerste keer dat het van zijn moeder gescheiden wordt. Het wordt dan aangeraden om zich zo ver mogelijk met de merrie van het veulen te verwijderen zodat de merrie het veulen niet meer kan horen, zien of ruiken en dat ze zich ontspant. Maar uiteraard zal de merrie zich niet zo gemakkelijk laten scheiden. Opgepast dus met deze techniek. Voor velen zal dit een barbaarse techniek lijken, voor andere fokkers en dierenartsen is dit dagelijkse kost.
De zachte manier
Uiteraard kan de eerste keer scheiden van de moeder aangekondigd worden en geleidelijker gebeuren. Wanneer je merrie met veulen in de kudde leeft kan het veulen best bij een ander paard blijven, een soort “oppaspaard” voor het veulen. We zien dit in de natuur ook vaak. Wanneer hij in de kudde mag blijven is hij niet alleen en voelt hij zich niet aan zijn lot overgelaten. Ook voor de merrie is dit geruststellender. Hoe gaat deze techniek nu in zijn werkt? Scheidt merrie en veulen een paar keer, heel kort. In het begin mogen ze bij elkaar blijven staan. Maar iemand is bezig met het veulen en iemand is bezig met de merrie. Wanneer dit goed gaat, kan men gaan wandelen met de merrie aan de hand en met het veulen aan de hand. (Het veulen is dan ongeveer 1 maand oud en moet gewoon zijn om een halster aan te hebben, hij kan nu leren aan de hand te wandelen). Nog een stapje verder is wanneer je met het veulen terug in de wei gaat bij de andere paarden en verder werkt met de merrie. Zo kan je stap voor stap zelfstandigheid opbouwen.
Zoals je hierboven al leest is het belangrijk dat het veulen al snel gewoon is aan een halster. Vele fokkers opteren er voor om meteen na de geboorte het veulen een halster aan te doen. Dit is een zeer goede methode want zo leert het veulen goed wennen aan een halster. Op deze manier kunt u het veulen ook sneller en beter vangen en kan je het veulen meteen leren om aan het touw achter de merrie aan te wandelen. Het is wel belangrijk dat men nooit aan het veulen gaat trekken (aan het touw of aan het halster) want dan zal het veulen snel vallen. Dit komt omdat het veulen nog niet veel evenwicht heeft. Er is echter een bedenking nodig bij het feit of het veulen al van jongs af een halster aan moet of niet. Dierenartsen komen het wel vaker tegen dat een veulen zichzelf ophangt aan zijn halster. Let er dus op dat je veulen nergens kan aan vast raken wanneer hij een halster draagt.