De hoef kun je vergelijken met een nagel of een klauw. De voor- en achterhoeven verschillen wel van vorm. Het gewicht wordt gedragen op de buitenste rand van de hoef. De flexibele straal (V-vormig) vangt de schokken op bij het neerzetten.
Het hoefhoorn = de buitenkant van de hoef bestaat uit een soort een soort eiwit dat keratine heet.
Het wordt gemaakt door de cellen van de kroonrand (hoefrand) in een soort buisjes die verticaal over de hoefwand naar beneden lopen. Een gezonde hoef heeft een glad oppervlak, zonder horizontale groeven of verticale barsten. Vandaar dat paarden ook altijd verticale (naar beneden lopende) strepen in hun hoeven hebben.
De onderkant van een hoef mag niet zacht zijn maar ook niet te hard dat deze gaat afbrokkelen.
Indien dit laatste het geval is dan zul je de hoeven moeten vetten. Zijn ze te zacht dan moet je teer gebruiken. De hoef moet een beetje hol zijn, maar niet té hol. Ongeveer 1 of 2 vingerdikten diep. Er wordt vaak gedacht dat de straal een gevoelig plekje van het paard is. Hier zit echter helemaal geen gevoel in, je ziet vaak dat de hoefsmid er stukjes vanaf snijdt. Het dient er alleen maar voor om schokken te absorberen wanneer het paard zijn voeten neerzet.
Bekappen van de hoef
Hoeven van paarden kun je vergelijken met de nagels van een mens. Deze groeien bij paarden ook door. Daarom is het zaak dat je de hoeven laat bekappen door de hoefsmid.
Hoeven beslaan
Beslaan van paarden betekent het aanbrengen van hoefijzers. Hier vind u een lijst van hoefsmeden uit België en Nederland.