Stimuleren van achteruit te werken en zich gelijkmatig met z’n achterbenen af te zetten:
- Werken aan de lange teugel
- Voltes
- Van hand veranderen
Het paard op de achterhand laten lopen:
- Halve ophoudingen
- Overgangen rijden (herhalen van overgangen helpt het paard om te leren in balans te blijven.)
Soepel maken in de rug:
- Voltes
- Van hand veranderen
- Slangenvoltes
- Voltes vergroten en verkleinen
- Schouders binnenwaarts
- Draven over cavalleti
*Overdrijf niet met deze oefeningen want als het paard moe wordt zal hij stijver worden en zal het een negatief effect hebben.
Aan 1 kant vastzitten:
- Oefeningen om hem soepel te maken (zie vorige)
- Meer werken op de stijve hand (wel niet oververmoeien)
De balans verbeteren:
- Gewone trainingsoefeningen
*Deze zullen ook leren z’n benen beter te gebruiken.
Afleren hangen op de voorhand (= gebruik van de achterbenen activeren):
- Overgangen.
- Halve ophoudingen
- Afwenden
- Voltes
- Werken over cavaletti
Oefeningen om de bovenlijn te veranderen (bv. bij een holle rug) (= soepelheid van de rug verbeteren.):
- Oefeningen die hem soepel maken in de rug (zie vorige)
- Werken aan de lange teugel (laag werken)
- Voltes
- Slangenvoltes
- Draven over cavaletti’s
- Verkorten en verruimen van de gangen